voorbeeld tekst
voorgeschiedenis Sjoerd van den Boom
Als klein kind zat het tekenen al in de familie. Een groot gezin zorgt voor veel creativiteit. Samen elkaar bezig houden en vooral mooie dingen maken voor de surprises rond Sinterklaaastijd. Op de lagere school heb ik leren tekenen. Omdat ik, toen der tijd, goed in leren was had ik geregeld mijn huiswerk in de klas snel af. Daarbij was ik voor mijn leeftijd een gespierde spijker,dus zat achterin de klas. Daar stonden achter mij prachtige boeken van Broeder Barthelomeus, leraar van de 6e klas op de Alloysiusschool aan de Boxhoornstraat in Bergen op Zoom. Iedere keer mocht ik,als het huiswerk klaar was en het schriftje op de hoek van de tafel lag, iets voor mezelf gaan doen. Ik draaide me dan om, pakte en mooi boek vol tekeningen en platen en begon met natekenen. Dit heb ik lang kunnen doen. Daarnaast bleef ik op de middelbare school ook veel tekenen. In schriften, agenda’s en tijdens de lessen tekenen. Vooral de laatste jaren heb ik veel geleerd van mijn tekenleraar Fons Gieles en kunstenaar Joop Mijnsbergen. Zij hebben me gestimuleerd door te gaan en er iets mee te doen. Na de Havo op het Mollerlyceum in Bergen op Zoom ben ik me gaan inschrijven voor de Lerarenopleiding, Het Mollerinstituut Tehatex. Na de toelatingseisen goed te hebben doorstaan werd ik toch uitgeloot en zat ik zonder opleiding. Toen heb ik het advies van Joop en Fons opgevolgd en heb me ingeschreven bij de KASK; De Koninklijke Academie van Schoone Kunsten aan de Mutsaertstraat in Antwerpen. Deze zeer schoolse opleiding aan de academie gaf me wel een inzicht wat er bij kwam kijken. Leerde me ook dat de samenwerking daar ver te zoeken was en dat de “ollanders” er eigenlijk niet echt welkom waren in die tijd. Feit was dat ik een goede klas had met prima gasten. Vanaf het tweede jaar hebben we elkaar goed kunnen helpen en ons verder kunnen ontwikkelen.
Achteraf ben ik er wel achter gekomen dat ik, van alle 7 studenten uit mijn klas, de enige beeldend kunstenaar ben geworden. De anderen hebben een baan als beeldend docent gekregen en hebben zich in het vak niet veel meer laten zien. Echt heel jammer. Van de leraren, professoren zoals ze zich lieten noemen, heb ik zeker veel geleerd, maar de tijd werd overschaduwd door misgunnen, afgunst, schoolse principes en slechte communicatie tussen leraar en leerling. Het is achteraf een donkere periode geweest met schilderijen vol aardkleuren..aardedonker. Haha. De stad Antwerpen was fijn om te wonen, heeft me geleerd op eigen benen te staan en vanaf het laatste jaar laten inzien dat het schilderen mijn passie kon worden. Ik heb er erg hard gewerkt en geleerd dat iedere dag schilderen wérken is, soms ploeteren, maar zeker een passie moet zijn om te volharden.
Pas later,veel later zou ik beseffen wat voor moois het me allemaal kon brengen en heeft gebracht. En daar ben ik mijn studententijd op de Academie van Schone Kunsten in Antwerpen dankbaar voor.
Mijn familienaam
Van mijn ouders heb ik de naam Van den Boom gekregen. Mijn vader heet Wout en mijn moeder Toosje de Booij. Opa en oma Boom heten Chef Vavan den Boom en Janeke van de Watering. Van mijn moeders kant heet mijn opa: Kees de Booij en mijn oma; Koosje Piessens. Ik heb ze allemaal goed gekend en enorm van ze genoten. Ik heb ze mooie verhalen horen vertellen, soms aan de hand van oude fotoboekjes.Prachtige momenten!!
In mijn werk als kunstenaar ben ik veel met projecten bezig die betrekking hebben op de mens.Op mijn eigen website kun je er meer over lezen: www.sjoerdvandenboom.nl, want dat gaat teveel plaats innemen hier.haha.